zondag 8 november 2009

Het panopticum

Big Brother is watching you

Het idee van de Engelse filosoof Jeremy Bentham van het panoticum doet mij sterk aan het ‘Big Brother- idee’ denken. Ik heb het dan niet over het idee uit de reality- tv, maar over het idee gecreëerd door George Orwell.

Onlangs zag ik de verfilming van zijn boek ‘Nineteen Eighty- Four’. Om even mijn vergelijking te verduidelijken geef ik u kort enkele markante stukken uit de film in vergelijking met de principes van Benthams panopticum.

  • Individualisering
Iedere celbewoner zit vast op zijn eigen plaats, hij ziet zelfs niet eens zijn medebewoners en heeft geen enkele mogelijkheid tot contact met hen.1
Bij Bentham toegepast op de gevangenis, dit vond ik in de film terug op de werkplaatsen. Iedere arbeider werkt er in zijn eigen ruimte. Alle kleine ruimtes zijn van elkaar afgescheiden, woorden uitwisselen met collega’s is totaal uit den boze.

  • Asymmetrisch
Het panoticum is zo geconstrueerd dat de opzichter de celbewoners ziet, maar zij hem niet, sterker nog: zij vermoeden zijn aanwezigheid alleen maar. 1
Dit idee van constant bekeken te worden komt in de film de hele tijd aan bod. Het is niet enkel iets van op de werkplaats, maar voor de hele tijd. Overal waar mensen zijn is er de mogelijkheid dat je door Big Brother bekeken wordt. Ze proberen dit gevoel te versterken door op willekeurige tijdstippen uitdrukkelijk aan te geven dat je bewaakt wordt.

  • Machtsmaximalisatie
Alleen al het besef dat men steeds gecontroleerd is voldoende om rust en orde te verzekeren.1
Als er een constante vrees is om bekeken te worden. Ga je je als persoon snel aan de regels houden en mee in het gerij lopen. In de film kan je dit duidelijk zijn aan het feit dat iedereen zijn eigen identiteit kwijt raakt. Identiteit wordt namelijk ook gevormd door uniek te zijn in handelen. Daar waar Big Brother meekijkt is het op eigen initiatief handelen gelijk aan bestraffing. Ook hier gaat het om de controle, het idee dat Big Brother steeds meekijkt zorg ervoor dat je op je goede bent.

Opvoeden is niet meer dan training en dressuur2

Bentham heeft het ook over het panoptische mechamische dat in elke maatschappelijke functie kan geïntegreerd worden zoals bv in straffen en opvoeden. Deze manier van denken komt volgens mij overeen de behavioristische invalshoek. Die weliswaar een grote eeuw later in het leven werd geroepen. Het idee van pedagogisch optimisme. In deze invalshoek is opvoeden niet meer dan gewoontevorming, training en dresseur. Foucault laat deze denkwijze bijna letterlijk aan bod komen wanneer hij het heeft over de machtsuitoefening vooral plaats vond in wat hij disciplinering noemt. Het feit dat je met kleine en onopvallende technieken de mensen kneedbaar maakt.
Als dit daadwerkelijk ook mogelijk is, is de vraag. Het gaat hier dan over de nature, nurture kwestie. Als onderwijzeres wil ik graag geloven in het pedagogisch optimisme, maar ik ben er ook van bewust dat het karakter en capaciteit van kinderen en ook volwassenen niet enkel het resultaat is van de opvoeding.

Lantaarnpalen 3

Tenslotte wou ik ook nog even in gaan op het feit als panoticum wel effectief als kan waarnemen en controleren? Om dit te beargumenteren verwijs ik naar de metafoor van de Lantaarnpalen. Volgens dit beeld zijn alle organisaties (in zijn huidige context) gericht op maximale zichtbaarheid, controle en centrale sturing om op deze manier greep te krijgen op sociale ontwikkelingen. Maar gelijk hoeveel lantaarnpalen er ook zijn, er zullen altijd donkere hoekjes blijven. Dus is misschien is het idee van totale zichtbaarheid van alles en iedereen in realiteit niet echt haalbaar.


1 WYDOOGHE B., Hoofdstuk I Over de noodzaak van tuinieren. Kortrijk, Katho, 2009

2 VANHAESEBROUCK L., Algemene psychologie, Torhout, Katho, 2005 p. 22

3 K. DRIESSENS & D. GELDOF, Normatieve professionaliteit in het sociaal werk, Alert, jaargang 34, 2008 nr 2

1 opmerking:

  1. Ik denk dat je zeker mag blijven geloven in het pedagogisch optimisme. Zoals er in de tekst aangehaald wordt, zijn vooral kleine kinderen toch wel kneedbaar. Denk maar aan alle gewoontes die je overgenomen hebt van je vader of je moeder. Dit heeft niets te maken met straf of opvoeding, maar enkel en alleen met gewoontes. Hoe vlug worden zowel goede als slechte gedragingen niet overgenomen? Ook door middel van straf en beloning kan men opvoeden. Kijk maar naar alle nieuwe opvoedingstechnieken die gehanteerd worden om van moeilijke kinderen terug engeltjes te maken.

    Maar zoals je zegt, blijft het karakter toch wel nog een grote rol spelen. En hoe ouder men wordt, hoe moeilijker het kneden wordt.

    BeantwoordenVerwijderen